Subsidieregeling KID per 1 April 2020 van start

SUBSIDIEREGELING KID Per 1 april 2020 worden KID-behandelingen voor vrouwen zonder mannelijke partner niet meer vergoed vanuit de zorgverzekering maar vanuit een nieuwe regeling: de Subsidieregeling kunstmatige inseminatie met donorsemen. Dit is zo beslist door minister Bruins van Volksgezondheid.

WAT ER AAN VOORAF GING

Bijna een jaar geleden werden we opgeschrikt door berichten over ziektekostenverzekeraars die KID behandelingen voor single en lesbische vrouwen niet meer wilden vergoeden. Na kamervragen liet ook Minister Bruins weten dat het ontbreken van een mannelijke partner geen medische indicatie is, en dat daarom deze kosten niet horen bij de zorgverzekering. Na uitgebreide discussie tussen gynaecologen en VWS en een petitie die door velen werd getekend voor behoud van deze zorg is het uiteindelijk ook door de politiek opgepakt. De kosten voor KID-behandelingen (zonder medische indicatie) blijven vergoed worden, al is het niet meer vanuit de zorgverzekering maar vanuit een speciale subsidieregeling. Als er wél sprake is van een medische indicatie, of als deze tijdens het traject ontstaat, dan kom je automatisch net als voorheen weer bij je zorgverzekering terecht voor vergoeding.

NIEUWE SUBSIDIEREGELING

Per 1 april 2020 zullen KID behandelingen voor vrouwen zonder mannelijke partner vergoed worden vanuit de nieuwe ‘Subsidieregeling kunstmatige inseminatie met donorsemen’, en dus niet meer vanuit de zorgverzekering. Wat houdt de regeling in? Het doel van deze subsidieregeling is het bekostigen van KID-behandelingen, inclusief het basis oriënterend fertiliteitsonderzoek, voor vrouwen zonder mannelijke partner. De subsidie wordt verleend aan klinieken die KID-behandelingen kunnen uitvoeren in Nederland en hiervoor een erkenning hebben als orgaanbank voor het verwerken van donorsemen. Het maakt niet uit of je gebruik maakt van donorzaad uit de spermabank van de instelling zelf, van donorzaad uit een buitenlandse spermabank of van het zaad van een bekende donor.  

Wat wordt er vergoed ?

Een basis oriënterend fertiliteitsonderzoek, om een prognose te geven van de kans op zwangerschap én om uit te sluiten dat er een medische indicatie is waarbij je (sneller) in aanmerking zou komen voor een andere behandeling dan KID. Als blijkt dat er aanvullend onderzoek nodig is, wordt er vanuit gegaan dat dat gebeurt op basis van een medische indicatie. Daarmee komt het vervolg ten laste van de zorgverzekering. De daadwerkelijke behandeling: inseminatie met donorzaad. Er wordt in de regeling gesproken over KID (Kunstmatige Inseminatie met Donorzaad). Hieronder wordt verstaan IUI (Intra Uteriene Inseminatie), waarbij de zaadcellen in de baarmoederholte worden ingebracht. Bij één vrouw worden tot maximaal 12 KID-behandelingen vergoed. Wanneer er geen zwangerschap is ontstaan met KID, kan er worden overgegaan op een behandeling op basis van een medische indicatie (bijvoorbeeld IUI met hormoonstimulatie, of IVF) waarbij je voor vergoeding aangewezen bent op je zorgverzekering. Eigen Bijdrage Om gebruik te kunnen maken van deze subsidieregeling betaal je éénmalig een eigen bijdrage van € 192,50. Dit is de helft van het verplichte eigen risico dat je voor je zorgverzekering betaalt. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Daarnaast komen de kosten voor donorzaad voor eigen rekening (dit was altijd al zo). Op het moment dat er wel een medische indicatie is of ontstaat (bijvoorbeeld bij overstap naar IUI met hormoonstimulatie of IVF) kan het zo zijn dat je dan je eigen risico voor de zorgverzekering moet aanspreken (minimaal 385,- Euro) zoals dat voorheen ook het geval was.

DEFINITIEF GEREGELD ? Deze regeling is zo afgesproken voor een periode van 5 jaar. Wat er daarna gebeurt is onbekend. Voor die tijd moet de regeling geëvalueerd worden. Bovendien wordt er dan ‘in breder verband nagedacht of het geven van subsidie voor KID-behandelingen nog steeds de geschikte manier is om kosten voor deze behandeling te blijven vergoeden’ (bron: Staatscourant 2019, nr 664449, d.d. 6 december 2019).

Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 27 november 2019, kenmerk 1596133-197192-CZ, houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor het verrichten van kunstmatige inseminatie met donorsemen indien dit niet ten laste van de zorgverzekering kan worden gebracht (Subsidieregeling kunstmatige inseminatie met donorsemen)

VWS heeft toegelicht dat het ministerie de afgelopen periode verschillende alternatieven voor de vergoeding van KID-zorg aan vrouwen zonder mannelijke partner heeft verkend. Uiteindelijk is VWS echter tot de conclusie gekomen dat de voorgestelde subsidieregeling de enige – op korte termijn uitvoerbare – optie is om deze zorg ook in de toekomst te blijven vergoeden. Wel komt VWS instellingen tegemoet door de subsidie niet te starten per 1 januari 2020, maar uit te stellen tot 1 april 2020. De KID-behandelingen aan vrouwen zonder mannelijke partner zullen tot 1 april 2020 betaald worden door de zorgverzekeraars. Zorgaanbieders krijgen hiermee dus drie maanden extra tijd om de administratieve inrichting te verzorgen.

Vrouwen die vallen onder de bedoelde groep, die aangewezen zijn op een behandeling met donorsemen voor totstandkoming van een zwangerschap zonder dat zij een ‘medische indicatie’ hebben, zoals de minister dat noemt, zullen maar ten dele merken dat de financiering hiervan per april wordt  verschoven vanuit de basiszorg naar bekostiging vanuit een door de minister daarvoor gecreëerde subsidiepot. Het betreft grotendeels toename van administratieve last bij de zorgverleners, die hiervoor niet gecompenseerd zullen worden. Wel wordt er met deze regeling door de minister een extra eigen risico voor deze groep ingesteld van 192,50 Euro, dat door het ziekenhuis direct bij de patiënt geïnd dient te worden.

Het goede nieuws is dus dat er voor de behandeling met donorsemen vergoeding beschikbaar blijft. Het nadeel van deze overbodige regeling (de bekostiging blijft gewoon vanuit belastinggeld betaald worden) is een heleboel extra administratieve last voor het ziekenhuis en een extra eigen risico voor de patient.

     

wijziging opslagkosten cryo embryo’s

Indien u in onze kliniek een IVF behandeling (eventueel met ICSI) gaat starten of in het verleden bent gestart, is er een kans dat er ook embryo’s zijn of worden ingevroren (cryo-embryo’s) en worden bewaard in het IVF-laboratorium. Het opslaan van deze embryo’s vereist een zeer precies onderhoud en bewaking van de meest optimale omstandigheden, zodat na ontdooiing van een embryo er een optimale kans is dat hieruit een zwangerschap en een kind kan ontstaan. Tot nu was er hiervoor geen officiële (NZa) kostprijs vastgesteld, maar vanaf 1 januari 2020 is deze er wel en zullen wij voor de opslag van embryo’s dus ook kosten in rekening gaan brengen. Het betreft een kostprijs die u 1 maal per jaar aan ons betaald van ongeveer 70,- Euro. Het bedrag staat los van het aantal embryo’s. Deze opslag en bewaarkosten worden volledig vergoed door de basisverzekering van uw zorgverzekeraar. Hierdoor kan het wel zo zijn dat dit ten laste van uw eigen risico valt als dat nog open staat.

Mochten er nog vragen of onduidelijkheden zijn over deze kosten dan kunt u contact opnemen met de zorgadministratie@RdGG.nl

Mochten er nog vragen zijn over de behandeling kunt u contact opnemen met IVF@rdgg.nl.

Men who delay starting a family have a ticking “biological clock” — just like women — that may affect the health of their partners and children.

The study, which reviewed 40 years of research on the effect of parental age on fertility, pregnancy and the health of children, was published in the journal Maturitas. “While it is widely accepted that physiological changes that occur in women after 35 can affect conception, pregnancy and the health of the child, most men do not realize their advanced age can have a similar impact,” said study author Gloria Bachmann, director of the Women’s Health Institute at Rutgers Robert Wood Johnson Medical School. While the medical profession has no clearly accepted definition of when advanced paternal age begins — it ranges from 35 to 45 — infants born to fathers over 45 have risen 10 percent in the United States over the past 40 years, likely due to assisted reproductive technology. The study found that men 45 and older can experience decreased fertility and put their partners at risk for increased pregnancy complications such as gestational diabetes, preeclampsia and preterm birth. Infants born to older fathers were found to be at higher risk of premature birth, late still birth, low Apgar scores, low birth weight, higher incidence of newborn seizures and birth defects such as congenital heart disease and cleft palate. As they matured, these children were found to have an increased likelihood of childhood cancers, psychiatric and cognitive disorders, and autism. Bachmann attributes most of these outcomes to a natural decline in testosterone that occurs with aging, as well as sperm degradation and poorer semen quality, but she said that some correlations need more research. “In addition to advancing paternal age being associated with an increased risk of male infertility, there appears to be other adverse changes that may occur to the sperm with aging. For example, just as people lose muscle strength, flexibility and endurance with age, in men, sperm also tend to lose ‘fitness’ over the life cycle,” she said. Damage to sperm from stresses of aging can lead to a decrease in sperm number and a change in the sperm and egg that is passed from parent to offspring and becomes incorporated into the DNA of cells in the offspring’s body. “In addition to decreasing fertilization potential, this can also influence the pregnancy itself, as is noted by increased pregnancy risks when conception is successful,” she said. These germline or heredity mutations also may contribute to the association of advancing paternal age and disorders in the offspring, such as these children being diagnosed with autism and schizophrenia. “Although it is well documented that children of older fathers are more likely to be diagnosed with schizophrenia — one in 141 infants with fathers under 25 versus one in 47 with fathers over 50 — the reason is not well understood,” she said. “Also, some studies have shown that the risk of autism starts to increase when the father is 30, plateaus after 40 and then increases again at 50.” The study also found that older men struggled with fertility issues even if their partner was under 25. “While women tend to be more aware and educated than men about their reproductive health, most men do not consult with physicians unless they have a medical or fertility issue,” Bachmann said. She recommended that physicians counsel older men as they do older women on the effect their age will have on conception, pregnancy and the health of their child. If men plan on delaying fatherhood, they should consider banking sperm before their 35th — or at least by their 45th birthday — to decrease the increased risks to the health of the mother and child.

Co-authors of the study are Nancy Phillips, associate professor in the Department of Obstetrics, Gynecology and Reproductive Science at Rutgers Robert Wood Johnson Medical School, and Leahannah Taylor, a graduate student at Rutgers Graduate School of Biomedical Sciences.

Video embryo ontwikkeling

Onderstaande (YouTube) link laat een prachtige animatie zien van de reis van de zaadcel door de baarmoeder, bevruchting van de eicel, de reis van de bevruchte eicel door de eileider naar de baarmoeder en de ontwikkeling van het embryo tot baby (druk op ‘lees meer’ voor hyperlink) …………………… https://youtu.be/0HrQWCqykD0 

Wat is de invloed van je leeftijd op de kans om zwanger te worden ?

Wat is de invloed van je leeftijd op de kans om zwanger te worden ?

De leeftijd dat vrouwen gemiddeld hun eerste kind krijgen is in de afgelopen decennia langzaam opgeschoven richting de 30 jaar. Dat heeft onder andere te maken met opleiding en werk en andere maatschappelijke veranderingen. Deze leeftijdsverschuiving heeft gevolgen voor de vruchtbaarheid van deze vrouwen en dus ook op de uiteindelijke kans dat zij 1 of meerder kinderen zullen krijgen. De kans per maand om zwanger te worden is al niet zo groot (maximaal 25%) en als je pas op je 38ste jaar begint aan kinderen dan is die kans nog maar de helft. Dat betekent ook dat alleen hierdoor al meer vrouwen voor hulp bij kinderwens in het ziekenhuis terecht komen.

Wat is de reden van de afname van de zwangerschapskans ?

De reden waardoor je minder gemakkelijk zwanger wordt bij het stijgen van je leeftijd (vooral na je 35ste jaar) ligt in 2 factoren : het aantal eicellen dat beschikbaar is neemt af (de voorraad staat vast bij je geboorte en je maakt deze tijdens je vruchtbare leven op) maar tegelijk wordt ook de kwaliteit (de kans dat een eicel uiteindelijk een kind wordt) van de eicellen minder. Deze 2 factoren samen zorgen ervoor dat de kans na je 35ste jaar steeds sneller gaat dalen. Hierdoor is de kans dat je na je 45ste jaar nog een kind krijgt is kleiner dan 1%. Dat komt dus ook omdat een steeds groter deel van de zwangerschappen die ontstaan eindigen in een miskraam.

Kan een medische behandeling de kans op zwangerschap weer beter maken ?

Vaak is het mogelijk om met een medische behandeling de kans op zwangerschap beter te maken. Maar helaas veranderen de beschikbare aantallen en de kwaliteit van de eicellen niet door een behandeling. Dat betekent dat ook bij IUI en IVF de resultaten van deze behandelingen sterk kunnen worden beïnvloed door de leeftijd van de vrouw en dus de kwaliteit en aantallen van de eicellen. Het kan zelfs zo zijn dat een IUI of IVF behandeling de kans op zwangerschap niet groter maakt dan de natuurlijke kans op zwangerschap in de thuissituatie. Het advies zal dan zijn om hier niet aan te beginnen.

Advies

Het advies is en blijft eenvoudig : probeer op tijd aan kinderen te beginnen. De werkelijk blijkt vaak anders te zijn en gunt niet iedereen de gelegenheid om bovenstaand advies op te volgen. Wij zijn altijd bereid om op een eerlijke en transparante manier samen met u naar mogelijkheden te zoeken om uw kinderwens in vervulling te laten gaan.

Het Fertiliteitscentrum Voorburg neemt deel aan de landelijke ART-kinderkanker studie

Het Fertiliteitscentrum Voorburg doet mee aan een landelijke studie naar het risico op kanker bij kinderen geboren na vruchtbaarheidsbehandelingen (in vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI)) van moeders die zijn behandeld in de periode 2001-2012. Om dit te kunnen onderzoeken zullen gegevens van IVF- en ICSI-kinderen samengevoegd worden met gegevens over kanker, welke verzameld worden door koppeling met de Nederlandse Kankerregistratie. De resultaten van deze studie zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de kennis over de mogelijke langtermijn gevolgen op de gezondheid van kinderen verwekt met vruchtbaarheidsbehandelingen. De studie voldoet aan de huidige privacywet (Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)). Indien u niet wenst dat uw gegevens en/of die van uw kind(eren) worden meegenomen in dit onderzoek dan kunt u zich afmelden bij ir. P.M. Rijnders, embryoloog en contactpersoon via E.Rijnders@rdgg.nl.

Gloednieuw IVF-centrum Voorburg

Gloednieuw IVF-centrum Voorburg In 2017 is besloten om op de locatie Diaconessenhuis Voorburg, onderdeel van het Reinier een nieuwe, toekomstbestendige polikliniek te bouwen ter vervanging van het huidige Diaconessenhuis. Deze nieuwe polikliniek zal worden gebouwd op de plaats van de zusterflat die naast het Diaconessenhuis stond. Voor het oude Diaconessenhuis wordt een andere bestemming gezocht. Met dit plan behoudt Reinier de zorglocatie Voorburg, een uitdrukkelijke wens van onder andere patiënten, medewerkers en huisartsen. Bijna alle huidige specialismen van het Diaconessenhuis komen terug in de nieuwe polikliniek. Op deze manier wil Reinier ook in de toekomst zoveel mogelijk zorg dichtbij huis bieden. In de nieuwe polikliniek zijn geen verpleegafdelingen meer en de operatiekamers worden verplaatst naar het Gasthuis in Delft. Er vindt dus wel een verschuiving van zorg plaats. Waar mogelijk zijn we in gesprek met patiënten om ervoor te zorgen dat dit proces zo goed mogelijk verloopt. Wat wel blijft in Voorburg is de afdeling voor onderzoek en behandeling van vruchtbaarheidsproblemen, het Fertiliteitscentrum Voorburg. Deze afdeling die in 2019 al 30 jaar bestaat in Voorburg, met o.a. het hightech IVF-laboratorium, wordt volledig vernieuwd en krijgt als speerpunt van het ziekenhuis alle ruimte om zich waar nodig nog meer om de toekomstige ontwikkelingen voor te bereiden om de patiënten met kinderwens zo goed mogelijk ten dienste te kunnen zijn. Op dit moment wordt hard gewerkt met alle betrokkenen om de definitieve plannen wat betreft indeling en inrichting van ruimtes rond te krijgen zodat de bouw zo spoedig mogelijk kan starten. De opening van de nieuwe polikliniek is medio 2021 gepland. Tot die tijd blijft het Diaconessenhuis natuurlijk gewoon open.