In samenspraak met uw arts wordt bepaald welke vruchtbaarheidsonderzoeken voor u wenselijk en nuttig zijn. Onderstaand een overzicht van mogelijke onderzoeken
Het is verstandig bij te houden wanneer uw menstruaties plaatsvinden zodat er een beeld is van de regelmaat en de hoeveelheid bloedverlies bij de menstruaties. Veel vrouwen houden dit bij op hun telefoon, er zijn vele app’s die hierbij behulpzaam kunnen zijn.
Gedurende één maand meet u, elke ochtend, direct na het wakker worden op hetzelfde tijdstip, voor het opstaan uw lichaamstemperatuur met een rectale thermometer. De temperatuur in de periode voor de eisprong is 0.3 tot 0.5 graden Celcius lager dan na de eisprong. Dit overzicht geeft een indicatie of en op welk tijdstip de eisprong optreedt en wanneer de vruchtbare periode in de cyclus is. Door bloed te prikken op de afgesproken dagen is nog meer informatie over uw cyclus te verkrijgen.
Als u een regelmatige menstruatie heeft (ongeveer elke 4 weken) vindt bepaling van het progesterongehalte in het bloed plaats. Progesteron is een hormoon dat ervoor zorgt dat het baarmoederslijmvlies geschikt wordt gemaakt voor innesteling van de bevruchte eicel. De resultaten van dit onderzoek geven meer zekerheid over de eisprong en uw kans op zwangerschap. Het is erg belangrijk dat deze bepalingen op de juiste dag worden verricht: op de 5e en 8e dag nadat uw dagelijkse temperatuurcurve een stijging heeft laten zien. Ook al is de cyclus niet helemaal regelmatig, door op deze wijze bloedonderzoek te doen is het toch mogelijk de ontwikkeling van de eiblaas (=follikel, waarin de eicel zit) en de eisprong te volgen.
We toetsen de vruchtbaarheid van de man aan de hand van een zaadonderzoek. Met name het aantal zaadcellen en de beweeglijkheid bepaalt de zaadkwaliteit. Deze kan van dag tot dag nogal wisselen. Het is daarom niet altijd mogelijk om met één onderzoekuitslag exact de zaadkwaliteit te beoordelen. We vragen om bij dit onderzoek minimaal 2 dagen te sparen maar niet langer dan 4 dagen. Als u in de voorafgaande weken koort hebt gehad kan hierdoor de zaadkwaliteit zijn afgenomen en stellen we het onderzoek liever 70 tot 90 dagen uit tot dit effect verdwenen is. Een andere manier om naar overleving van zaadcellen te kijken is de samenlevingstest (zie ook ‘post-coitum’ test).
U wordt gevraagd in de dagen voorafgaand aan de eisprong ’s avonds gemeenschap te hebben en de volgende ochtend op de polikliniek langs te komen. Er wordt dan slijm afgenomen uit de baarmoedermond en onder de microscoop gekeken of er levende zaadcellen te vinden zijn. Dit geeft aan of de zaadcellen wel of niet goed kunnen overleven in de het slijm van de baarmoederhals en dat zegt iets over uw kans op zwangerschap. Het afnemen van het slijm gebeurt met een ‘eendenbek’ en een tang om het slijm te pakken, dit wordt over het algemeen niet als een pijnlijk onderzoek ervaren.
Met behulp van een staafje in de schede (echoscoop) brengt de arts via geluidsgolven de baarmoeder en de eierstokken in beeld. Door, met tussenpozen van één of enkele dagen, meerdere echoscopieën te maken, is te zien of de eiblaasjes groeien. Ook is het mogelijk te voorspellen wanneer de eisprong ongeveer plaatsvindt.
Om zeker te weten dat de eileiders open of doorgankelijk zijn kan er een vloeistof in de baarmoeder worden gebracht die op een echo of rontgenfoto te zien is. Dit kan dus op twee manieren:
Foamecho
De foamecho (schuimecho ) is een snelle manier om de doorgankelijkheid van de eileiders aan te tonen. Het is een vaginaal echoscopisch onderzoek waarbij de binnenkant van de baarmoeder en de eileiders zichtbaar wordt gemaakt, door schuim in de baarmoederholte en de eileiders te leiden. Op het echobeeld is het verloop van het schuim zichtbaar als een witte verkleuring. Deze echo vind plaats in de eerste cyclushelft en kan uw eventuele vruchtbaarheidsbehandeling veelal gewoon doorgaan. Bij de foamecho heeft u een lege blaas, er wordt een speculum (=eendebek) ingebracht en een dun slangetje (katheter) wordt in de baarmoederhals geschoven. Het speculum wordt verwijderd en een vaginale echo ingebracht. Het schuim wordt langzaam ingespoten en tegelijkertijd met de echo vervolgd. Het inspuiten van het schuim kan wat lichte menstruatie-achtige krampen veroorzaken. Na afloop kan er iets licht bloedverlies zijn en/of wat schuim teruglopen.
Hysterosalpingogram (=HSG)
Door een röntgenfoto te maken terwijl via de schede en de baarmoedermond een contrastvloeistof wordt ingespoten, kan de arts zien of de baarmoederholte een normale vorm heeft en de eileiders open zijn en hoe de contrastvloeistof zich verspreid in de buik. Dit onderzoek vindt in de eerste helft van de cyclus, zonder verdoving plaats. Het is soms pijnlijk. Door vooraf een pijnstiller in te nemen, zoals Ibuprofen, heeft u minder last van het onderzoek.
Voor beide onderzoeken geldt: de arts zal met u zo mogelijk de bevindingen direct bespreken. U kunt direct na het onderzoek naar huis. Wij adviseren u om iemand mee te nemen, die u na afloop naar huis kan begeleiden.
Via de schede en de baarmoedermond kijkt de arts – in de eerste helft van de cyclus – in de baarmoederholte of er afwijkingen zijn. Het onderzoek gebeurt zonder verdoving en kan gevoelig zijn. Wij adviseren u voorafgaand aan het onderzoek thuis een pijnstiller, Ibuprofen, in te nemen. Soms kan een gevonden afwijking direct verholpen worden. Het is ook mogelijk dat dit op een ander moment via een operatie onder algehele narcose, noodzakelijk is. Het baarmoederonderzoek kan desgewenst ook onder algehele verdoving in dagbehandeling plaatsvinden.
Onder algehele narcose wordt de buikholte met behulp van een gas (CO2) opgeblazen. Via een sneetje bij de navel en in de onderbuik brengt de gynaecoloog respectievelijk een kijkbuis in en een instrument om de darmen opzij te houden. De arts kan zo zien of er afwijkingen aan de baarmoeder, eileiders of eierstokken zijn, zoals verklevingen, cysten of endometriose (baarmoederslijmvlies dat via de eileiders in de buikholte is terechtgekomen). Na afloop van het onderzoek hecht de arts de wondjes, in de meeste gevallen, met oplosbaar hechtmateriaal of pleisters. Enkele uren na de ingreep kunt u weer naar huis. Wij adviseren u om iemand mee te nemen, die u na afloop naar huis kan begeleiden.
Neem contact met ons op
Benieuwd naar onze kliniek, onze filosofie en behandelingen?
Al eens gedacht om zaaddonor te worden?
Fertiliteitscentrum Voorburg is altijd op zoek naar donoren. Denkt u er aan om zaaddonor te worden? We vertellen u alles over de onderzoeken en procedure rondom het doneren van zaad.
meer informatie